Vind de samenvatting die je nodig hebt!

Biologie nectar hoofdstuk 8: Je lijf werkt

Samenvatting biologie hoofdstuk 8: Je lijf werkt

Paragraaf 8.1: Het werkt!

Hoe werkt je lichaam?
Romp kun je in tweeën verdelen:
- borstholte
- buikholte
Middenrif: dik vlies aan de onderkant van de borstholte. Het sluit de borstholte af.
ZIE BRON 1 BLZ 35!!

* Orgaanstelsel = Organen die samenwerken aan dezelfde grotere taak

 

Orgaanstelsel:

Functie:

Uitscheidingsstelsel

Afvalstoffen uit lichaam verwijderen (o.a. nieren en urineblaas)

Verteringsstelsel

Voedsel kleiner maken om opnemen in het bloed makkelijker te maken (organen die in buikholte liggen)

Ademhalingsstelsel

Zuurstof opnemen uit lucht en koolstofdioxide afgeven aan de lucht (oa. longen, zitten in borstholte)

Bloedvatenstelsel

Vervoeren van zuurstof en voedingsstoffen naar de spieren/organen. (Bloedvaten)

 

Ook orgaanstelsels werken onderling samen. Je kunt bijvoorbeeld bewegen door de samenwerking tussen je beenderstelsel en je spierstelsel (Bij verbranding komt energie vrij in de vorm van beweging en warmte).

Hoe komen spieren aan energie?
Werkende organen zoals je beenspieren verbruiken glucose en zuurstof:
* in glucose zit energie
* zuurstof is nodig om glucosedeeltjes stuk te maken om de energie vrij te krijgen
Volgende orgaanstelsels zijn hierbij actief:
-  via verteringsstelsel komt glucose in bloed
-  via ademhalingsstelsel komt zuurstof in bloed
-  via bloedvatenstelsel krijgen de spieren glucose en zuurstof aangevoerd

VERBRANDING: glucose + zuurstof = energie + koolstofdioxide + water

Afvalstoffen van de verbranding raak je kwijt:
_ koostofdioxide door je longen
_ water door je nieren (urine) en huid (zweet)

Verbranding vindt plaats in al je cellen. Je gebruikt de energie voor onder andere:
- beweging
- warm blijven
- stoffen maken en afbreken

Waar zit je bloed? Bekijk BRON 5 BLZ 37

Paragraaf 8.2: Hoe maak je poep van een boterham?

* Voedingsmiddelen : alles wat je eet of drinkt.
In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen:
- water                        /
- mineralen                |  = Deze drie kunnen zo worden opgenomen in het bloed zonder vertering.
- vitamines                 \

- eiwitten                    /
- vetten                       |  = Deze drie zijn te grote stoffen. Die worden eerst kleingemaakt. Dat heet vertering.
- koolhydraten            \

Kleinmaken van voedsel gebeurt in verteringsstelsel.

Hoe wordt je voedsel verteerd?
Mondholte en gebit : Ingang verteringsstelsel
Speeksel komt bij voedsel. In speeksel zitten enzymen en die verteren zetmeel. Speeksel maakt een papje van het gekauwde voedsel. Dat papje slik je door.
Slokdarm : het voedselpapje komt door de slokdarm.
Slokdarm maakt peristaltische beweging = samenwerking van twee soorten spieren in de (slok)darmwand: lengtespieren en kringspieren. Als de lengtespieren samentrekken, wordt de buis korten en wijder. Als de kringspieren samentrekken, wordt de buis nauwer.
In je hele verteringsstelsel wordt voedsel door peristaltische bewegingen voortgeduwd.
Maag : Hier blijft het voedsel een tijdje. Maag is een soort gespierde zak, waarin het voedsel flink wordt gekneed. Maagwand maakt maagsap met daarin enzymen die eiwitten verteren. Maagsap bevat zuur. Dit maagzuur doodt bacteriën.
12-vingerige darm : eerste stuk van de dunne darm. Is 25 cm lang. Daar komt alvleessap en gal bij het voedsel. Alvleessap komt uit de alvleesklier. De enzymen in het alvleessap gaan verder met vertering van zetmeel en eiwit en beginnen met de vertering van vet. Gal wordt gemaakt in de lever. Wordt opgeslagen in de galblaas. Gal verdeelt vet in kleine druppeltjes. Daardoor kunnen vetverterende enzymen makkelijker op het vet inwerken.
Dunne darm : hier wordt door enzymen in het darmsap de vertering van de grote voedingsstoffen afgemaakt. Voedingsstoffen zijn nu zo klein dat ze in het bloed kunnen worden opgenomen. Dunne darm is ongeveer vijf meter lang en bestaat uit twee delen:
1) twaalfvingerige darm: vertering
2) kronkelige deel: vertering wordt voltooid en voedingsstoffen gaan naar het bloed
Lengte kronkelige deel is 4,5 meter. De binnenwand is echter veel langer. Die bestaat namelijk uit plooien: de darmplooien. Elke darmplooi bestaat uit kleine plooitjes: de darmvlokken. De buitenkant van de darmvlokken zijn ook weer geplooid: de microvlokken.

Hoe ontstaat poep?
Niet alle stoffen uit voedsel kunnen kleingemaakt worden. (bijv. voedingsvezels).
> Eind dunne darm > waterige pap met onverteerde stoffen > Deze gaan naar dikke darm > haalt het meeste water eruit > In de dikke darm zijn bacteriën die een deel massa afbreken > door de bacteriën komen stinkende gassen vrij (ze bedoelen een scheet, haha!) > dikke massa blijft over > naar endeldarm > Dat is poep > Via de anus verlaat de poep het lichaam.

Hoe werken enzymen?
 1) Enzym bindt zich aan de voedingsstof
 2) enzym knipt de voedingsstof in tweeën
 3) enzym laat los en kan opnieuw dezelfde soort voedingsstof afbreken  Bekijk BRON 5 BLZ 42!

Enzymen zijn gevoelig voor temperatuur.
- minimumtemperatuur  = enzym werkt langzaam
- optimumtemperatuur = enzym werkt het beste bij lichaamstemperatuur
- maximumtemperatuur = enzym werkt langzaam. boven de maximumtemperatuur gaat het enzym stuk en werkt het niet meer.

Paragraaf 8.3: Je ademt

Twee manieren van ademhaling:
* borstademhaling * Tussen ribben zitten spieren: tussenribspieren. Als die samentrekken gebeurt het volgende:
1) ribben en borstbeen gaan omhoog
2) borstholte wordt groter
3) longen worden ook groter (zitten vast in borstholte)
4) longen zuigen lucht naar binnen
Bij het uitademen gebeurt het tegenovergestelde.
* buikademhaling * Je kunt je borstholte ook groter maken mbv het middenrif. Als je de spieren aan de rand van het middenrif strak trekt, wordt het middenrif platter. Je borstholte wordt ook groter daardoor de longen ook: je ademt in. Bij uitademen ontspant het middenrif. Wordt dus bol en gaat omhoog. Borstholte kleiner, daardoor longen kleiner: je ademt uit.

Hoe komt lucht in je longen?
neusholte > keelholte > luchtpijp > Deze splitst in twee takken > bronchiën > luchtpijptakjes > aan het eind daarvan > longblaasjes
De wand van longblaasjes is teer. Ze kunnen makkelijk uitdrogen of beschadigen. Daarom moet ingeademde lucht schoon en vochtig zijn. Dat gebeurt in de neusholte, luchtpijn en bronchiën. De binnenkant hiervan is bedekt met slijmvlies. Dat bestaat uit slijmcellen en trilhaarcellen.
Het reinigen en vochtig maken van de lucht gaat als volgt:
IN DE NEUSHOLTE:
1 : haren in de neusgaten houden grove stofdeeltjes tegen
2 : in het neusslijmvlies blijven kleine stofdeeltjes plakken
3 : het natte neusslijmvlies maakt de ingeademde lucht vochtig
IN DE LUCHTPIJP EN BRONCHIEN:
1 : in het slijm blijven kleine stofdeeltjes plakken
2 : de trilhaartjes duwen slijm met stofdeeltjes omhoog. Dat hoest je uit of slik je in.
3 : het natte slijmvlies maakt de ingeademde lucht vochtig

Hoe komt zuurstof in je bloed?
- Lucht komt aan in de longblaasjes.
- Zuurstof gaat vanuit de lucht in de longblaasjes naar het bloed.
- Koolstofdioxide gaat vanuit het bloed naar de longblaasjes.
- Gaswisseling  de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide

Paragraaf 8.4: Bloed stroomt

Hoe vervoert je bloed stoffen?
Volwassenen hebben 4 tot 6 liter bloed, afhankelijk van hun gewicht. Jij hebt tussen 4 en 5 liter.

Bloed bestaat uit bloedplasma (vloeistof) met daarin vooral veel rode bloedcellen. Daardoor ziet bloed rood.
Bloed vervoert de meeste stoffen in het bloedplasma. Zuurstof en glucose komen bij al je cellen. Voedingsstoffen, zoals glucose, zitten opgelost in het bloedplasma. Er zitten ook afvalstoffen in opgelost.

Rode bloedcellen vervoeren zuurstof, met behulp van hemoglobine = rode kleurstof die in de rode bloedcel zit. Het bevat ijzer. Dankzij dit ijzer kan hemoglobine zuurstof aan zich binden.

Drie typen bloedvaten:
* slagaders  
-  vervoeren bloed vanaf het hart naar de organen
-  de grootste slagader heet aorta (= lichaamsslagader)
-  genoemd naar het orgaan waar ze bloed naar toevoeren (bijv. darmslagader en nierslagader)
-  dikke gespierde wand: kloppen mee op hartslag
-  kleppen alleen bij het begin bij het hart
-  bloed stroomt snel
* haarvaten 
-  vervoeren bloed door organen
-  zeer dunne wand met kleine openingen: Hier vindt het laden en lossen van stoffen plaats
-  bloed stroomt langzaam
-  zitten in de organen.
* aders  
-  vervoeren bloed vanaf de organen terug naar het hart
-  dunne, slappe wand
-  genoemd naar orgaan waar ze bloed van afvoeren (bijv. de leverader)
-  kleppen over de gehele lengte op regelmatige afstand
-  bloed stroomt heel langzaam

Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
~ Kleine bloedsomloop =  hart - longen - hart

~ Grote bloedsomloop = hart - alle organen in het lichaam - hart

Zie bron 5

Hoe klopt je hart?

Hart bestaat uit twee boezems en twee kamers. Zie bron 6.

Een hartslag bestaat steeds uit drie delen:
1) boezems trekken samen: bloed naar kamers, hartkleppen staan open
2) kamers trekken samen: bloed naar slagaders, slagaderkleppen open, hartkleppen dicht (voorkomen dat bloed terugstroomt naar boezems)
3) hartpauze: de hartspier is ontspannen, hartkleppen open, slagaderkleppen dicht (voorkomen dat bloed terugstroomt in de kamers). Tijdens hartpauze stroomt er bloed uit de holle aders en de longader in de boezems.
Het hart trekt ongeveer 70 keer per minuut samen. Bij inspanning sneller.
Het hartritme wordt geregeld door de sinusknoop è die geeft stroomstootjes af. De sinusknoop wordt aangestuurd door de hersenen.
De stroomstootjes in het hart kun je meten. Als je daar een diagram van maakt zie je het hartritme. Dat noem je è elektrocardiogram.
Soms gaat er iets mis met het regelen van het hartritme. Het hart slaat bijv. te snel of onregelmatig. Daar krijg je het benauwd van. Vaak helpen medicijnen. Soms is meer nodig. Dan krijgt de patiënt een pacemaker klein apparaatje met een batterij erin. Deze wordt geplaatst in de borstholte. De batterij geeft stroomstootjes af als dat nodig is. Deze komen via draden in het hart, waardoor de hartspier samentrekt. De pacemaker zorgt ervoor dat het hart in het juiste ritme blijft kloppen.
Bloeddruk meten

BLOEDDRUK = het bloed in je lichaam drukt tegen de wanden van je bloedvaten.
-  bovendruk = maximale bloeddruk: tijdens samentrekken van de kamers
-  onderdruk = minimale bloeddruk: tijdens hartpauze
Bloeddruk wordt gemeten in de armslagader. Hij wordt uitgedrukt in mm kwik-druk. Jouw bloeddruk is waarschijnlijk ongeveer 110/70. Het eerste getal is bovendruk, tweede is onderdruk.

Paragraaf 8.5: Rond je cellen

Hoe komen glucose en zuurstof in al je cellen?
In je lichaam zijn miljarden cellen. Ze hebben allemaal glucose en zuurstof nodig. In alle cellen ontstaan afvalstoffen, die uit de cel verwijderd worden. De meeste cellen liggen niet in de buurt van een bloedvat. Ze kunnen dus niet direct glucose en zuurstof opnemen uit het bloed.

Dat gaat daarom als volgt:
-   Het bloed voert glucose en zuurstof aan via een haarvat. Glucose en zuurstof komen eerst in de weefselvloeistof terecht.
-   Weefselvloeistof is het tussenstation tussen het bloed en de cellen.
-   De cellen nemen de stoffen op uit de weefselvloeistof. De cellen geven er weer afvalstoffen aan af.

Weefselvloeistof komt nu weer terug in je bloedsomloop. Dat gaat op twee manieren:
-  - via de haarvaten: Een deel van de weefselvloeistof stroomt direct terug.
-   door het lymfevatenstelsel: Lymfe (zo heet weefselvloeistof zodra het in lymfevaten zit) stroomt terug naar het bloed.


Lymfeknopen
- Lymfevaten vervoeren de lymfe naar lymfeknopen of lymfeklieren.
- De lymfeknopen controleren de lymfe op ziekteverwekkers en ongewenste stoffen. Alles wat ongewenst is houden de witte bloedcellen tegen en proberen ze op te ruimen.
- Als lymfeknopen veel ziekteverwekkers moeten bestrijden dan zwellen op. Bij verkoudheid kun je last hebben van gezwollen lymfeknopen in je hals. Die geven pijn bij het slikken. Je bekendste lymfeknopen in je hals zijn je keelamandelen.

 

Glucose    +       Zuurstof        →   Koolstofdioxide         +       water                +          energie
C6H12O6    +       (6) O2           →         (6) CO2                      +       (6) H2O             +          energie