Vind de samenvatting die je nodig hebt!

feniks hoofdstuk 1 Het spaanse wereldrijk

Samenvatting geschiedenis hoofdstuk 1. Feniks, 2 VWO:
Het Spaanse Wereldrijk

 

Kernbegrippen

Atlantische driehoekshandel = Handelsnetwerk tussen Europa, Afrika en Amerika waarin slaven, wapens en zilver verhandeld werden door Europeanen.

Azteken = Machtig indianenvolk dat leefde in het huidige Mexico; bouwde hoogstaande beschaving op.

Conquistadores = Spaanse avonturiers die in naam van de koning grote delen van Amerika in bezit namen en indiaanse volkeren onderwierpen.

Continuïteit = Aanduiding van iets wat lange tijd hetzelfde blijft in de geschiedenis.

Dekolonisatie = Koloniën worden zelfstandig

Encomienda = Gebied in Amerika waarover een Spanjaard de leiding kreeg.

Haciënda = Uitgestrekt landgoed dat Spanjaarden in bezit kregen in ruil voor belastingen.

Huwelijkspolitiek = Verbinding van koninkrijken door het uithuwelijken van koninklijke kinderen.

Inca’s = Indianenvolk in Zuid-Amerika (het huidige Peru) dat een groot en machtig rijk had opgebouwd.

Jezuïeten = Groep geestelijken in de Katholieke Kerk die strijden voor een zuivere leer en de verspreiding van het geloof.

Mestizering = Vermenging van de verschillende bevolkingsgroepen in Spaans-Amerika.

Neokolonialisme = Na de dekolonisatie houden de VS en Europa veel economische macht in de ex-kolonies.

Nieuwe Wetten = Spaanse regels die stelden dat indianen onderdanen van de koning waren en dus eerlijk behandeld moesten worden.

Onderkoninkrijken = Bestuursgebieden in Spaans-Amerika die namens de koning bestuurd werden door een hoge ambtenaar.

Personele unie = Verbintenis tussen verschillende landen door de persoon van de gezamenlijke vorst.

Vestigingskolonieën = Overzees gebied van Europees land waar veel Europeanen gaan wonen.
 

1.1
Deze paragraaf gaat over de eerste ontdekkingsreizen. Er wordt uitgelegd dat Portugal het voortouw nam en Spanje al snel volgde met de beroemdste ontdekkingsreis ooit, die van Columbus. Columbus’ reis krijgt bijzondere aandacht.

1.2

Nadat Columbus duidelijk had gemaakt welke kansen er lagen in de Nieuwe Wereld, staken de Conquistadores de oceaan over om fortuin te maken. In naam van de Spaanse koning overwonnen zij de Azteken, de Inca’s en andere indiaanse volkeren. In deze paragraaf wordt duidelijk hoe zij dat voor elkaar kregen.

1.3
In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de toevoeging van Amerika aan Spanje. Spanjaarden verlieten hun eigen land om zich voorgoed te vestigen in Midden- en Zuid-Amerika. Spanjaarden mochten belasting heffen aan de indianen en hen voor zich laten werken, in ruil voor bescherming. Indianen werden vaak slecht behandeld en getroffen door ziekten die de Europeanen meenamen. Ook werden de indianen ingezet om zilver en goud te delven, maar dit zware werk konden ze niet aan. Ze werden vervangen door Afrikaanse slaven. De Atlantische driehoekshandel ontstond. De las Casas pleitte succesvol voor een betere positie van de indianen. Rond 1540 richtte Spanje Peru en Nieuw-Spanje als nieuwe onderkoninkrijken op.

1.4
Door de kolonisatie van Zuid-Amerika veranderde de Zuid-Amerikaanse maatschappij. Spaanse onderkoningen heersten over de oorspronkelijke bewoners en brachten slaven uit Afrika naar het continent om het land te exploiteren. Deze bestuurlijke en maatschappelijke veranderingen staan in deze paragraaf centraal. Ook worden de begrippen verandering en continuïteit toegelicht.

1.5
Deze paragraaf gaat over de veranderingen in Europa ten gevolge van de ontdekking van de Nieuwe Wereld. Ook wordt keizer Karel V geportretteerd.
 

Verandering

Eerst was het

Later werd het

Bestuur

Indianen kiezen eigen leiders en regels

Spanjaarden bepaalden gang van zaken

Economie

Indianen bewerkten eigen grond en maken eigen voorwerpen

Indianen moeten voor Spanjaarden grond bewerken en raken eigen grond kwijt

Geloof

Meerdere goden uit de natuur vereren, offers aanbieden

Katholiek geloof aannemen, vermengd met oude geloof

Samenstelling bevolking

Alleen indianen

Vermenging indianen, Afrikanen, Spanjaarden

 

 

 

 

 

 

Paragraaf

Deelvraag

Steekwoorden

1

Waarom ging Europa op ontdekkingstocht?

Handel, geloof, macht, avontuur

2

Hoe verliepen Columbus’ ontdekkingstocht en de Spaanse veroveringen in Amerika?

Voorbereiding tocht (kaart Toscanelli), steun Spaanse koning, Conquistadores, indiaanse steun tegen Azteken, militair voordeel Spanje, vernietiging cultuur

3

Hoe zette Spanje Amerika in voor de eigen welvaart?

Indianen en slaven produceren welvaart, Spaans bestuur (onderkoningen) ziet toe op naleving regels, toezicht op verwerving rijkdom

4

Hoe veranderde de Spanjaarden het dagelijks leven van Indianen?

Vernietiging indiaanse cultuur, opdringen Spaanse, katholieke cultuur, vermenging volken

5

Hoe vergrootten de kolonies de politieke macht van Karel V?

Opbrengst kolonie, goud en zilver, bestemd voor Karels leger en bestuur in Europa